Iran week 1: Teheran, Kashan en Isfahan

17 mei 2018 - Isfahan, Iran

Het originele plan was om met Charlotte op reis te gaan. Helaas was dat vanwege privé omstandigheden niet meer mogelijk. Ik ben dus ondanks de vele waarschuwingen van de mensen om mij heen toch naar Iran gegaan. In mijn reisverslag zullen jullie lezen wat een prachtig land dit is en dat de westerse opvattingen over dit land niet (geheel) correct is.

Zoals vele Aziatische landen waar ik ben geweest was het verkrijgen van een visum op het vliegveld een uitdaging. Nadat ik een visa op zak had, ging ik op zoek naar mijn taxi en wat geld. Het is hier niet mogelijk om geld te pinnen met een westerse pinpas. Dit houdt in dat je al je geld dat je wilt gebruiken moet meenemen in cash. De wisselkantoren zijn al een paar dagen gesloten in het land. Het gaat namelijk erg slecht met de Iraanse valuta. De mannetjes die op het vliegveld rondlopen maken daar gretig gebruik van. Dit zijn gewoon random mensen die geld wisselen op het vliegveld. Ondanks dat mijn geldwisselmannetje zei dat ik nergens anders geld kon wisselen dan op het vliegveld heb ik maar een klein bedrag gewisseld en ben ik vervolgens in een oude en zeer naar benzine ruikende taxi naar mijn hostel gegaan.

Aan het ontbijt ontmoette ik de Duitse Sarah die ook alleen reist. Na een kort gesprek besloot ik met haar mee te gaan die dag. In de metro in het vrouwen gedeelte probeerden vrouwen allerlei waar te verkopen. Van ondergoed tot mascara, het is allemaal te koop. In de metro raakten we aan de praat met de Iraanse Nefisha. Ze vertelde dat ze die dag vrij was en dat ze wel met ons mee wilde gaan. We gingen naar de bazaar in Tajrish. Nefisha liet ons van alles proeven hier. Veel zure gedroogde vruchten, nougat en een soort zoete limonade met chia zaadjes erin. Vervolgens bezochten we Imamzadeh Saleh, een heiligdom. We moesten daar een soort van bloemetjes gordijn dragen die we bij de ingang kregen. Dit is natuurlijk geen echt gordijn, het is een chador. Het dragen hiervan is super onhandig, het hangt op de grond en je moet ervoor zorgen dat je chador niet open valt. Buiten zijn een aantal graven te vinden. Binnen heb je verschillende ruimtes. De eerste is een enorme ruimte, maar mensen chillen, bidden, lezen en gewoon met elkaar praten. De andere ruimte dient als mausoleum. De overleden ligt achter mooie tralies die mensen dan aanraken en kussen. Ook gooien ze geld bij het graf. Het is heel normaal om te huilen bij het graf. Beide ruimtes zijn super kitsch en gevuld met spiegelende mozaiek steentjes. Na het bezoeken van het heiligdom hebben we nog een paar paleizen bezocht in het Sa'dabad Complex. Deze paleizen staan in een lommerrijke omgeving met uiteraard uitzicht op de bergen. De bergen zijn overigens niet altijd te zien vanuit Teheran. De luchtvervuiling is soms zo erg dat je die bergen niet ziet. Na al dat cultuur snuiven zijn we naar Darband gegaan, een soort dorpje tegen de berg aan met alleen maar restaurantjes. Hier kozen we een restaurant uit van wel 6 verdiepingen, waar wij op de bovenste verdieping op een bed gingen zitten. Hier konden we van het uitzicht en het lekkere eten genieten.

Op mijn verjaardag was het een druiligere dag. Ik ging met 2 Deense meiden die ik ’s morgens had ontmoet naar de voormalige ambassade van de VS. Deze is omgetoverd tot museum. In 1979 zijn hier ruim een jaar lang mensen gegijzeld. Tijdens de rondleiding wordt het duidelijk dat ze de Amerikaanse inmenging niet op prijs stellen en is de haat naar Amerika duidelijk te merken. Vervolgens ben ik in m’n eentje naar de Grand Bazar gegaan. De naam zegt het al, het is hier groot! Er is hier zo’n 10km aan straatjes op deze markt. Je hebt hier straatjes met alleen maar sierraden, of alleen maar ondergoed. Over lingerie gesproken, de setjes die hier worden verkocht zijn mij net iets te sexy. Toch grappig in zo’n land waar je alles moet bedekken als je over straat loopt. Het Golestan Palace ligt naast de bazaar. Dit zijn weer een aantal gebouwen met een mooie tuin er omheen. Binnen die gebouwen is het allemaal pracht en praal. Overal waar je kijkt zie je mozaïek spiegels, aan de muren en het plafond. ’s Avonds ben ik uit eten gegaan met Paul, een Nederlander die ik in het hostel had ontmoet. We zaten in een restaurant met alleen maar mannen. Er zat een groep mannen tegenover ons gezellig te babbelen met elkaar en een drankje te doen. Het duurde niet lang voordat wij ook een drankje kregen aangeboden. Een heus biertje, met alcohol!  (alcohol is verboden in dit land). Kon ik toch nog proosten op mijn verjaardag. Het bier smaakt wel wat zoet en heeft volgens mij een hoger alcohol percentage. De mannen zorgden ervoor dat onze glazen niet leeg raakten. Na het eten kregen we ook nog meloen en thee aangeboden. Geweldige plek! Ik denk trouwens dat het een soort homo ontmoetingsplek is. De mannen zaten namelijk omarmd en gaven elkaar af en toe een kus op de mond (ook het zijn van homo is hier verboden).

Op dag 4 ben ik zelf vroeg op pad gegaan naar de Azadi toren. Deze staat midden op een 6-baans rotonde. Aan stoplichten doen ze hier, dus het is gewoon langzaam oversteken en hopen op het beste. De toren is zoals alles tot nu toe een imposant gevaarte. Vanaf deze plek waren de met sneeuw bedekte bergen goed te zien. Hierna ben ik naar de Tabiat brug gegaan. Deze ligt wat hoger gelegen en grenst aan een park. Hier vandaan heb je een mooi uitzicht over de stad en de bergen. Het is hier een oase van rust waar Iraniers volgens mij ook zelf heen gaan. Hier ben ik weer een sop de foto gegaan met wat random mensen. Ik blijf hier een attractie als Westerse.

Tot nu toe was alles goed te doen met de metro in Teheran. Ik keek elke keer mijn ogen uit in de metro. Ik stond meestal in de vrouwen coupe, gewoon omdat het vaak rustiger is en gezelliger. Sommige vrouwen dragen zwarte chadors (die lange gewaden tot de enkels), terwijl anderen er erg westers uitzien met hun skinny jeans. Bij veel vrouwen hangt de hoofddoek nog net op het hoofd, zo ver naar achteren dragen zij het. Ook zie je veel vrouwen met verband op hun neus, zij hebben een neuscorrectie laten doen. Dat is heel normaal hier. Oh en laten we vooral niet vergeten dat vrouwen hier veel make up dragen, veel meer dan ik zelf doe.

De bustrip naar Kashan, de volgende stad waar ik naar toe ga, duurde dubbel zo lang dat mij verteld was. Dit kwam mede doordat de buschauffeur stopte aan de zijkant van de snelweg en met een andere weggebruiker in gevecht raakte. In Kashan verbleef ik in een traditioneel huis. Dit huis heeft een binnenplaatsje en allemaal smalle trappetjes en kamertjes. Ik kreeg zelf een heel klein prive kamertje waar niet veel meer dan een eenpersoonsbed in past. Aan het begin van de avond ben ik naar de Agha Bozorg moskee gegaan. Een erg fotogenieke, symmetrische moskee, met een lager gelegen binnenplaats. In het hostel waar ik sliep ontmoette ik 3 Iraanse vrouwen, een moeder met haar 2 dochters. Zij waren door Iran aan het reizen. Één van hen woont al 8 jaar in Zweden en kan hierdoor goed Engels. Ik werd door hen uitgenodigd om mee te gaan eten in een restaurant en zo’n aanbod sla ik natuurlijk niet af. Zij hebben toen van alles besteld gezien het personeel niet zo goed in Engels was en er ook geen menukaart was.

De volgende ochtend met ik met Mitra (een van de Iraanse vrouwen) naar de traditionele huizen gegaan die in deze stad te vinden zijn. Deze huizen worden inmiddels niet meer bewoond. Deze huizen zijn handig gebouwd, ze houden namelijk rekening met de warmte. De huizen zelf liggen wat lager dan de straat en ze hebben een binnenplaats met een fontein. Ook hebben ze windtorens die als een soort airco werken. De torens staan op de huizen en zorgen ervoor dat er lucht wordt gecirculeerd in de huizen. Zelf sliep ik ook in een traditioneel huis, maar niet zo mooi als diegene die ik bezocht. Deze waren veel groter opgezet, hadden aparte ruimtes voor de bedienden en paarden en de nodige kitsch natuurlijk. Vervolgens zijn we naar een oud badhuis gegaan waar ze ook net zo slim omgaan met de hitte buiten. Na deze inspanning (het was heet en ik was volledig bedekt) ben ik nog gaan lunchen met de Iraanse vrouwen en vervolgens heb ik afgesproken met de Iranier Mohammed. Hij heeft zelf veel gereisd en geeft tours in Kashan. Hij is erg praatgraag en blijkt dol te zijn op fietsen, is in Haarlem geweest en wilt graag Israel bezoeken omdat premier Netanyahu linkshandig is. ’s Avonds heb ik een Belgisch koppel ontmoet en ben ik met hen uit eten gegaan.

De volgende dag ging ik met het Belgische koppel, Francoise en Jasper op pad. De praatgrage Mohammed bracht ons naar Abyeneh. Een oud dorpje met bijna even oude mensen, een soort bejaardendorp. De mensen dragen hier nog de oude klederdracht: gekleurde bloemetjesgordijnen. Het dorpje ligt in een soort van groene vallei, terwijl het landschap naar deze vallei eruit ziet alsof je op de maan staat. Grote rood/bruine bergen zonder begroeiing. Wat wel weer opvallend is aan de route is de kerncentrale. Volgens onze gids worden hier kernwapens gemaakt. Vanaf de weg is de centrale niet zo goed te zien vanwege de muren die ervoor staan. Op het terrein zelf staan wachttorens en buiten het terrein staan politiewagens en een soort terpen met afweergeschut erop. Langs de kant van de weg staan bordjes dat je geen foto’s mag maken.

Na het oude dorpje gingen we naar Fingarden. Een vroegere koning kwam hier voor ontspanning en is hier uiteindelijk vermoord. Voor ons was het alles behalve ontspannend. Het was donderdag, de eerste dag van het weekend en superdruk met de lokale bevolking. ’s Middags zijn we op pad gegaan met een heerlijke rustige chauffeur, de Maranjab woestijn in, richting een salt lake (Namak Lake). Onderweg kwamen we kamelen tegen die we voerden met meloenschillen. Ik kreeg zelfs nog een paar kusjes in mijn nek van een kameel. Het had een paar dagen ervoor geregend en de grond was nog vochtig in het salt lake. Hierdoor zag je het zout wat minder. Verder is het meer wel droog. Volgens onze gids is het meer zo’n 30 km breed en 80 km lang. Als je om je heen kijkt zie je alleen maar het meer en de woestijn. Het geeft je een heel nietig gevoel. De woestijn zelf bestaat voornamelijk uit rotsen maar heeft ook een deel zandduinen. Als laatste stop gingen we naar Aran Va Bidgol, een plaatsje  met een prachtige gebedsplaats waar francoise en ik weer een bloemetjesgordijn aan moesten. Het was donderdag avond en super druk. In de aparte vrouwenruimte lijkt het erop alsof het een ontmoetingsplek is om lekker met elkaar te roddelen, te ontspannen en waar kinderen kunnen spelen. Best een gezellige plek!

Samen met de Belgen heb ik de bus gepakt naar Isfahan. Zij gingen hier couchsurfen (ook dat is hier verboden). Ik had nog niets geboekt en ging mijn geluk beproeven door gewoon met de Belgen mee te gaan. Ze hadden op een reusachtig plein afgesproken. Dit plein is het 2e grootste plein van de wereldd. Aan het plein zitten allerlei souvernirzaakjes, 2 moskees, een paleis en natuurlijk een bazaar. We gingen met onze host mee naar het huis van zijn ouders. Hier werden we volgestopt met nougat, nootjes en daarna hebben we samen nog geluncht met zijn familie. Eten doe je op de grond, ook al heb je een eettafel thuis. Je legt gewoon plastic op je perzische tapijt. Torhid, onze host bezit meerdere huizen die hij verhuurd. Hij is imker en hij voor zijn plezier leidt hij mensen rond in zijn stad en doet hij met hen meerdaagse uitstapjes in de natuur. Aan het einde van de middag hebben we een deel van de berg aan de rand van de stad beklommen. De stad blijkt best ver uitgestrekt te zijn en is met zo’n 1,5  miljoen inwoners een behoorlijke stad. Na dit ontspannende uitstapje gingen we weer de drukte van de stad in, naar één van de mooie bruggen. Deze bruggen gaan trouwens over een rivier die al jaren droog ligt. Eens in de zoveel jaar heeft de rivier water, maar ook van korte duur, meestal maar één maand. Het was nog steeds weekend voor de iraniers en dat was te merken. Er werd overal gepicknickt aan de rivierbedding en de brug was ook een druk bezochte attractie. De brug heeft vele bogen en hierdoor is de akoestiek onder de brug erg goed. Hier wordt dan ook gebruik van gemaakt door mannelijke bevolking. Zij komen hier namelijk om te zingen en grote groepen mensen komen hiernaar luisteren. Vrouwen mogen natuurlijk niet in het openbaar zingen. We hebben meerdere concerten bijgewoond. Bij één van deze concerten werd er aan ons gevraagd waar we vandaan komen en werden er liedjes over ons gezongen. Ondanks dat er een grote groep van zo’n 80 mensen (voornamelijk mannen) om ons heen stonden, heb ik me geen moment onveilig gevoeld. Het was juist super gezellig!

De volgende dag hebben we samen met onze host een hele dag doorgebracht. We hebben natuurlijk weer een moskee bezocht. Deze is heel speciaal omdat er het 5 zijn, voor elke jaargetijde één en eentje extra. Ook hebben we een tuin, een paleis en Armeense katholieke kerk bezocht. Best apart om een kerk te bezoeken in een Islamitisch land. Er is veel te zien in deze kerk, geen plekje is onbenut gebleven voor de muurschilderingen.

Dit was nog maar week 1. Er komt dus nog (veel) meer! Ook de foto's komen nog. 

Foto’s